BK virus en niertransplantatie

Het BK-virus is voor de meeste mensen onbekend, maar heel bekend in de wereld van de niertransplantatie.

De meeste mensen worden in hun jeugd besmet met het BK virus. Als er al symptomen zijn dan zijn deze licht, verkoudheid of een griepje. Ongeveer 95% van alle mensen draagt het virus bij zich. Het behoort tot de polyomavirusfamilie. BK zijn de initialen van de eerste patiënt bij wie het virus in 1971 is gevonden.

Het BK virus veroorzaakt vrijwel alleen problemen bij mensen met verminderde weerstand en bij mensen die het immuunsysteem onderdrukkende medicijnen gebruiken, immuun-suppressie, zoals bij nier- en beenmergtransplantatie.

Ons lichaam reageert op een getransplanteerd, lichaamsvreemd, orgaan met afweer. Het is ‘vreemd’ en ons lichaam probeert het af te stoten. Om dat te voorkomen krijgen getransplanteerden medicijnen die het immuunsysteem onderdrukken. Door de afweer te onderdrukken kan het lichaam zich minder goed beschermen tegen infecties. Virussen kunnen zich in een ‘slapende‘ vorm in ons lichaam ophouden, zoals het Epstein-barvirus (ziekte van Pfeiffer), het cytomegalovirus, het waterpokkenvirus (gordelroos) en ook het BK virus. Dit virus ‘slaapt’ in de cellen van de nieren en de urinewegen. Zodra de natuurlijke afweer vermindert kan het virus weer actief worden en gaan vermeerderen. De kernen van de cellen van de nierbuisjes, de niertubuli, zwellen en andere tubulus-cellen worden besmet. De niercellen, die zo belangrijk zijn voor het filteren en uitscheiden van afvalstoffen, gaan dood waardoor de nierfunctie afneemt en de levensduur van de getransplanteerde nier wordt bekort.

Jaarlijks worden wereldwijd 84.000 nieren getransplanteerd. Bij ongeveer 40% wordt het BK virus na de transplantatie aangetroffen. 10% van de getransplanteerde nieren loopt ernstige schade op tot zelfs verlies van de nier (5%). Deze nierbeschadiging, BK-geassocieerde nefropathie, kan dus heel ernstig zijn en een grote schrik voor de ontvanger van de nier die net aan een nieuw leven begonnen is. Ook lijkt het BK virus een bijdrage te leveren aan het ontwikkelen van blaaskanker.

 

Behandeling

Er zijn geen goed werkende antivirale middelen. De enige effectieve methode is om de afweer onderdrukkende medicijnen te verminderen zodat het eigen immuunsysteem zelf het virus de baas kan, maar dit vergroot het risico op afstoting van de nier. Het is voortdurend afwegen wat een juiste balans is om te zorgen zo weinig mogelijk nierbeschadiging te krijgen en ook geen afstoting. Het kan vele maanden duren voor de eigen lichaamsafweer het virus heeft overwonnen, en soms lukt dat nooit (5% verlies van de nier). In het LUMC in Leiden wordt gewerkt aan medicijn dat veel belovend is, niet toxisch, en in 2027 op de markt zou kunnen komen.

 

BK virus en homeopathie

Vanzelfsprekend is de reguliere geneeskunde de eerste plaats waar ernstige zieken worden behandeld, maar het is wel heel opmerkelijk hoe weinig nierpatiënten in de praktijk komen, terwijl mijn speciale belangstelling voor deze patiënten  uitvoerig op de website staat. In de Chinese geneeskunde zijn de nieren gerelateerd aan angst, ook angst voor het onbekende. Mensen met nierproblemen lopen graag het pad dat ze al kennen en de reguliere geneeskunde is een bekend pad. Ik meen dat ook bij nierspecialisten (nefrologen) te zien: van de specialisten die ik ken staan zij het meest afwijzend t.o.v. complementaire geneeswijzen. Die angst staat niet altijd op de voorgrond. Als in het consult spontaan, zonder dat er naar gevraagd wordt, mensen melden dat ze ‘niet bang’ zijn of zeggen: ‘niet dat ik angstig ben’, is dat vaak een aanwijzing voor verdrongen angst, of het overschreeuwen van angst.

Bij transplantatie speelt nog een ander, meer begrijpelijk idee. Homeopathie zou het immuunsysteem activeren waardoor er meer kans is op afstoting van het getransplanteerde orgaan. Zo werkt homeopathie niet. Het werkingsmechanisme van homeopathie is nog steeds niet goed doorgrond. Het activeert het zelfhelend vermogen, de algehele energie in een mens, het versterkt de liefdes energie die intrinsiek weet wat nodig is. Doordat het zelfvertrouwen met een goed gekozen homeopathisch middel wordt vergroot en angsten verkleinen is er minder ruimte voor ongewenste indringers zoals virussen. Zelf heb ik heel veel homeopathische middelen gebruikt, ook op mijzelf uitgetest. Nu,18 jaar nadat ik een nieuwe nier heb gekregen, werkt die nog fantastisch. Met grote dankbaarheid.

.

Casus.

Tot nu toe is er slechts één patiënt bij mij geweest met klachten door een BK virus infectie. In december 2018 komt een vrouw van 59 jaar op het spreekuur. Ze heeft in augustus een nier van een familielid getransplanteerd gekregen, i.v.m. schrompelnieren. Al op de operatietafel begint de nier te werken, de nierfunctie is meteen na de operatie prima. Ze herstelt snel maar blijft moe. Ze is al jaren moe en na de transplantatie nog veel vermoeider. Dat is ze ook nog als ze in december op consult komt. Een ziekte die de oorzaak is van haar schrompelnieren is niet gesteld. Onderzoek daarnaar is ook niet zinvol als door een nierbioptie de nierfunctie nog sneller zou kunnen verslechteren. Als kind heeft ze vaak keelontstekingen gehad; dat zou een mogelijke oorzaak kunnen zijn.

Begin december is de nierfunctie sterk achteruit gegaan en blijkt patiënte een infectie te hebben met het BK virus. De dosis van het immunosuppressivum wordt verlaagd en na twee weken verbetert de nierfunctie alweer wat. Na het uitvoerige gesprek dat de basis is van het homeopathisch consult krijgt mevrouw een middel wat past bij het thema dat door haar leven loopt:’ bang om geliefden en zorg te verliezen’.

Eind januari 2019 zien we elkaar weer. De nierfunctie is niet verbeterd maar de testen op het BK virus zijn negatief. Het BK virus is dus niet meer in haar urine terug te vinden. Dat is bijzonder snel. Dat kan wel tot 18 maanden duren en soms lukt het nooit helemaal (persoonlijke mededeling nefroloog). Haar vermoeidheid is maar weinig verbeterd. Naast het homeopathische middel wat past bij haar ‘levensthema’ volgen we nog twee andere sporen: Ze krijgt een middel wat de negatieve gevolgen van haar keelontstekingen, met de mogelijke nierziekte als gevolg, moet helen en we bespreken of de nier helemaal van haar is.

‘Is de nier van jou’? Dit bespreek ik met elke patiënt die een getransplanteerde nier heeft gekregen. Het blijkt vaak ingewikkeld om de nier helemaal te ontvangen en te ‘eigenen’. Het is ook heel wat om een orgaan dat een bekende of onbekende afstaat, zeker bij een levende donor, om dat zomaar te ontvangen. Vaak zijn de gevoelens dubbel (schuldgevoel, verdien ik het wel, nu moet ik mijn hele leven voorzichtig leven). Toch is het heel belangrijk dat de nier helemaal van jou is, dat jouw eigen energie de nier bezielt, vult met ongecompliceerde liefde.

In maart is de nierfunctie matig verbeterd en heeft ze duidelijk meer energie. In mei blijkt de nierfunctie weer achteruit gegaan te zijn. Ze heeft haar kat, aan wie ze heel erg gehecht is, moeten laten inslapen. Na het middel passend bij de angst voor verlies verbetert de nierfunctie weer. In juli zijn alle laboratorium uitslagen goed, de nier werkt weer als kort na de transplantatie en patiënte heeft aanzienlijk meer energie dan (ver) voor de transplantatie. Ze is heel tevreden met dit resultaat.

Het is natuurlijk niet mogelijk om op grond van deze casus te concluderen dat door de homeopathische middelen het BK virus zo snel verdwenen is. Wel kunnen we zeer waarschijnlijk aan deze behandeling toeschrijven dat ze ‘veel rustiger is in haar hoofd en zich minder zorgen maakt.

N.B.: In dit artikel zijn geen namen van middelen genoemd. Met homeopathie behandelen we de individuele persoon, met een middel dat voor die situatie geschikt is. Het gebruik van een homeopathisch middel op grond van geringe informatie leidt tot teleurstellingen.

Bronnen:

Jagadish S. Jaboti Nephrology (Carlton). 2016 Aug;21(8):647-54. https://doi.org/10.1111/nep.12728

Brenda de Conick  https://www.niernieuws.nl/?artid=907

Iris Nijman  https://www.nemokennislink.nl/publicaties/we-waren-verrast-toen-dit-idee-bleek-te-werken/

 Peter van Hoeve, april 2021