Interview met Drs L. Ellinger in “de Hoefslag”

Homeopatisch dierenarts te Apeldoorn

Tekst: Marjet Bosma

Homeopathie schijnt maar niet van haar onvolwassen imago af te komen. Toch blijken steeds meer regulier opgeleide (paarden)dierenartsen af en toe een uitstapje naar het homeopathisch principe te maken. Daarnaast is er een flinke markt voor natuurlijke of homeopathische producten. Veel wetenschappers hekelen daarentegen de homeopathische geneeskunde omdat de werking ervan niet bewezen zou zijn. Voor de rechtgeaarde paardeneigenaar geldt echter het resultaat.

Een aantal onderzoeken heeft wel degelijk het effect van de homeopathische geneeskunde wetenschappelijk bewezen, stelt homeopathisch dierenarts L. Ellinger. Daarin werd het gelijksoortigheidprincipe, de basis van de homeopathie, getest. In homeopathie worden symptomen namelijk niet met maskerende of attaquerende middelen bestreden, maar met een stof die bij gezonde proefpersonen dezelfde symptomen kan opwekken, die je in de patiënt wil genezen. De stof is verdund, in gradaties, afhankelijk van de ernst van de kwaal en het totale psychische en fysieke beeld van een patiënt. Homeopathie gaat er vanuit dat het lichaam in staat is om zichzelf te genezen: je spreekt het zelfregulerend systeem aan, dat elk levend wezen heeft. Soms zie je dat na toediening van het homeopathisch middel het symptoom de eerste (drie) dagen verergert. Daarna zet het natuurlijke reguleringsmechanisme het lichaam al gauw weer op het goede, gezonde spoor.

Wetenschappers zijn soms wat selectief in de bestudering van wetenschappelijke onderzoeken, voegt Ellinger er aan toe. Het ligt er maar net aan wat je op je bureau krijgt.

Dat praktiserende dierenartsen steeds meer van homeopathische middelen gebruik maken, kan worden gezien als een erkenning van de homeopathische geneeskunde. Aan de andere kant zijn er weinig dierenartsen die een volwaardige homeopathische opleiding hebben gevolgd. Zij zullen de goede diagnose stellen, maar het is ingewikkeld om het juiste homeopathische middel te vinden, omdat dit niet gekozen wordt op basis van een klinische diagnose, maar op het totale beeld van het dier: gedrag op stal en tijdens rijden, karakter, eetlust, enz. Ook in het vaststellen van de juiste verdunning c.q. sterkte gaat het nogal eens mis. Veel dierenartsen durven geen hoge potenties toe te dienen en nemen het zekere voor het onzekere. Een (te) lage verdunning doet of helemaal niets of vraagt een te lange herstelperiode. Juist paarden zijn geregeld gebaat bij homeopathische middelen met hoge potenties. De tegenstanders van homeopathie zien in de gevallen waar het niet werkt direct het bewijs van hun gelijk, maar de vraag is of het juiste middel in de juiste potentie is toegediend. Homeopathie is ingewikkelder dan de reguliere geneeskunde.

Volgens Ellinger sorteren de vele paardendrogisten, die natuurlijke en homeopathische middelen verhandelen, hetzelfde effect. Onder het mom Baat het niet, het schaadt ook niet, worden homeopathische middelen door particulieren gekocht en toegediend. In de catalogus of op internet staat precies welk middel voor welke kwaal geschikt is. Ook hier luistert de vaststelling het juiste middel en de juiste potentie nauw. Alleen een homeopathisch arts bezit daartoe de kennis. Daarnaast zal een homeopathisch arts zal het totaalbeeld van de patiënt willen beoordelen en niet het symptoom alleen. Homeopathische middelen uit de vrije handel genezen, door de ondeskundige toepassing, inderdaad vaak niet of slechts ten dele, maar ze kunnen wel de reputatie van de homeopathische geneeskunde schaden, aldus Ellinger.

Homeopathie kan veel meer dan veel mensen denken!

Onderzoek:

Ellinger stelde zelf zogeheten dubbelblind onderzoeken bij vier boeren in. In een dubbelblind onderzoek weten zowel de boeren als de arts/patiënt niet welk middel aan welke dieren wordt gegeven. Het betrof twee bedrijven met kalveren die geregeld aan kalverdiarree leden. De ene helft kreeg placebo’s toegediend, de andere helft homeopathische middelen. De andere twee bedrijven hielden schapen. Ooien en dan vooral Texelaars hebben vaak problemen bij het lammeren en direct na de geboorte gaan veel lammetjes onder startproblemen gebukt. Ellinger: De boer die zonder enige voorkennis de homeopathische middelen gaf, reageerde zeer enthousiast op het effect bij zijn schapen. Het verhoogt het geboortegemak bij de ooi. Hij zag duidelijk verschil tussen de groepen met een placebo en de groepen met een homeopathisch middel. Bij nadere analyse blijkt ook dat het verschil statistisch gezien significant is. Ook bij de kalveren werden significante verschillen waargenomen tussen het gebruik van een placebo of een homeopathisch middel. En lammetjes die zichtbaar wat zwakker zijn, blijken onmiddellijk na toediening van een paar druppels veel fitter. Dat verhoogt hun levenskans, omdat ze dan ook in staat zijn met voldoende kracht bij de moeder te drinken.

Overigens is het bij mensen moeilijker om de geneeskracht van homeopathie te bewijzen, dan bij dieren, vervolgt Ellinger. In de veehouderij wordt met grote aantallen dieren in gelijksoortige omstandigheden gewerkt. Externe factoren zijn tijdens het onderzoek op het individuele dier nauwelijks van invloed. De algehele condities waarborgen de betrouwbaarheid van hetgeen waar je duidelijkheid over wil verkrijgen. Bij mensen zijn de omstandigheden waarin ze leven zeer verschillend. Ook al voelt iemand zich beter na het nemen van homeopathische geneesmiddelen; er kan altijd een externe factor worden aangewezen die misschien ook van invloed op het genezingsproces is geweest.

De levensomstandigheden van paarden zijn enigszins te vergelijken met die van mensen. Met name gebruikspaarden worden individueel verzorgd, benaderd en op verschillende wijzen in sport of recreatie ingezet. Onderzoeken naar het effect van homeopathische middelen bij paarden hebben door ons dan ook nog niet plaatsgevonden, omdat homeopathisch onderzoek bij landbouwhuisdieren nu eenmaal simpeler is vanwege de grote aantallen dieren met dezelfde ziekten, verklaart Ellinger.

Vaak worden paarden pas aan een homeopathisch dierenarts aangeboden als alle andere stations zijn gepasseerd. De eigenaar is radeloos en klampt zich aan de laatste strohalm vast; omdat hij nog geen afscheid van het dier wil nemen. Het spreekt voor zich dat homeopathische dierenartsen in die situaties  zeer ernstig getraumatiseerde, geblesseerde of zieke paarden behandelen. Heel vaak worden, ondanks de ernst van de situatie, toch goede resultaten behaald. Soms is de situatie echter zo ernstig, dat ook met homeopathie niets bereikt kan worden. Vervolgens de homeopathie nawijzen omdat het niet of onvoldoende zou werken, is onredelijk.

Consult

Desondanks kan Ellinger in de behandelingen van paarden op enkele vrij veel homeopathische successen terugkijken. Paarden zijn gevoelige dieren, en reageren vaak heel goed op een homeopathische behandeling. Vanuit drie verschillende plaatsen in Nederland werden paarden aangeboden voor homeopathische behandeling die hoestten en die zich geregeld verslikten. Regulier onderzoek, door de aan kliniek het Veterinair Paardencentrum Kootwijkerbroek verbonden paardendierenartsen, sloten cornage en droes uit, maar bij bronchoscopie bleek bij alle drie de paarden een verlamming in de keel. Daarna werd Ellinger geraadpleegd. Navraag leerde dat de paarden bij het nageeflijk lopen zich enorm opwonden. Op grond van het totaalbeeld adviseerde Ellinger een homeopathisch middel. Achteraf blijkt dat het strottenklepje in het strottenhoofd verlamd was. Het homeopathische middel hief de verlamming op waardoor de paarden weer normaal konden functioneren.

Het tweede voorbeeld betreft een relatief jong, maar elfjarig zeer groot dressuurpaard met OCD. Eigenaar en paard wonen op grote afstand van Apeldoorn, waar Ellinger praktiseert. Na telefonisch consult bleek dat het paard niet alleen aan OCD leed, maar ook het leed aan artrose in het linker kogelgewricht. Daarnaast was een van de pezen verkalkt aan hetzelfde been, en moet hij in zijn jeugd een ernstig trauma hebben doorgemaakt omdat er op een van de benen ditzelfde been een groot litteken zat.

Het paard gedroeg zich agressief en was op stal nauwelijks te benaderen. Draven en galopperen was uitgesloten. Stappen verliep moeizaam. De lokale paardendierenarts was benaderd om het dier aan zijn dikke knie, waar de OCD huishield, te helpen.

Na het maken van röntgenfoto’s twijfelde hij aan het effect van een eventuele behandeling, c.q. operatie. Er is tien procent kans op herstel in zes maanden, schreef de behandelende paardendierenarts in een veterinaire verklaring. Met andere woorden: hopeloos, vertelt Ellinger. Omdat de eigenaar zo ver weg woonde, heb ik grond van zijn verhaal in eerste instantie gemeend de agressiviteit van het paard te moeten behandelen en adviseerde telefonisch een homeopathisch middel.

Volgens de eigenaar werd het paard de eerste drie dagen nog agressiever, maar na een week of drie constateerde hij dat het dier beter liep. Hoe is het met het litteken, vroeg ik. Ja, nu je het zegt: Het paard heeft op basis van het totale beeld een homeopathisch middel gehad. Na een week belde de eigenaar hoe het ging: het litteken veranderde! Het weefsel wordt zachter en minder dik, luidde het antwoord. Twee weken later was het litteken bijna verdwenen en restte er slechts een klein lijntje. Na weer een maand werd ik gebeld. Het paard was knettergek, vertelde de eigenaar. Niet agressief maar vol levenslust. Of ze er op mochten rijden, want het paard liet ook in de weide zien dat hij wilde bewegen. Het dier loopt nu weer  in de sport. Ter controle zijn voor een tweede keer röntgenfoto’s van de knie met OCD gemaakt. Het fragment dat bij de eerste röntgenopnames de uitzichtloze prognose gaf, is nagenoeg hersteld. Foto’s en een scan gemaakt. De verkalkte pees was niet meer te zien, de artrose leek al te verminderen na een maand.

Balans:

Bovenstaande geeft weer dat in het lichaam van mens of dier processen plaatsvinden die door geen enkele wetenschapper volledig in kaart zijn gebracht, vervolgt Ellinger. De reguliere geneeskunde richt zich op symptoombestrijding en daar is niets mis mee, maar het een mag het andere niet uitsluiten. Op het moment dat een paard een fysiek probleem heeft, raakt zijn lichaam uit balans. Als homeopaat ga je ervan uit, dat het dier klachten heeft, omdat het op wat voor manier dan ook uit balans is. Door de balans te herstellen verdwijnen de klachten weer. De verschillende klachten, symptomen maar ook het gedrag staan vaak in relatie met elkaar. Een homeopaat zal trachten de verstoring te verhelpen. In zijn diagnose laat hij niet alleen de aard van de fysieke problemen meespelen, maar ook het type paard en de voorgeschiedenis.

Ziekten die een regelrechte bedreiging voor dier en mens vormen, reageren in de regel snel op een homeopathische therapie. Chronische aandoeningen die niet levensbedreigend zijn, zoals mok, doen er wat langer over. Met name de totale verbetering na homeopathie is verrassend. Een weinig florissant paard dat homeopathisch werd behandeld voor een slepend been, blijkt ineens niet meer te hoesten en is alert en actief. Wat wil je nog meer?